Trappistana

Bier en marketing, beide lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. De grote biermerken van nu hebben hun succes waarschijnlijk te danken aan een goed verhaal. En als jouw verhaal eenmaal aanslaat … dan wil je niet dat een ander daarmee aan de haal gaat.

Toch brandde de Tilburgse bierhandelaar Jos Majoie in 1904 zijn vingers aan iets dergelijks. Jos was in 1901 de nieuwe eigenaar geworden van bierbrouwerij De Oranjeboom, nadat hij in de periode 1873 – 1876 eigenaar was geweest van de Hilvarenbeekse brouwerij De Roos. De Oranjeboom was gevestigd aan wat destijds nog Bredaseweg heette. Tegenwoordig is dat de Schouwburgring, om iets nauwkeuriger te zijn: waar nu het appartementencomplex staat op de hoek met de Noordhoekring.  

Majoie is een opportunistisch ondernemer. Na zijn brouwersavontuur in Hilvarenbeek begint hij in de Tilburgse Tuinstraat een winkel in allerlei ‘verkoopbare goederen’. Vijf jaar later is de verkoop van sigaren zijn core business en weer een jaar later is hij agent voor zowel brouwerij De Arend uit Hilvarenbeek als de Amersfoortse Phoenixbrouwerij. In 1919 noemt Jos Majoie zich graanhandelaar en treedt hij toe tot de directie van de Gulden Vlies sigarenfabriek van zijn broers.

Maar terug naar 1904, wat was er aan de hand? Jos heeft geadverteerd met Trapistanabier. Uiteraard was dit een overduidelijke verwijzing naar het Trappistenbier, dat de gelijknamige paters in hun brouwerij De Schaapskooi brouwden. Deze ‘minder nette concurrentie’, zoals zij het noemden, was bij hen dan ook in het verkeerde keelgat geschoten. Een poging om hun ‘zoo gunstig bekende’ Trappistenbier te vervangen, aldus een advertentie die zij in de krant lieten plaatsen. De advertentie is ondertekend door de Generaal-Agent der Trappistenbrouwerij, J.A. Berghegge. Hij vertrouwt erop dat het publiek zich door deze benaming niet zal laten misleiden.

Waarschijnlijk is dat gelukt. Van het Trapistanabier werd weinig meer vernomen en van het Trappistenbier des te meer.