Tijd was (g)een issue bij de NS

De kunst van het ErfgoedMaken
4 september 2020
De Tilburgse bierbrouwerijen 1: Martinus van Tulder
19 november 2020
De kunst van het ErfgoedMaken
4 september 2020
De Tilburgse bierbrouwerijen 1: Martinus van Tulder
19 november 2020

Waarom hangen er toch zoveel klokken aan de muur in het TijdLab in de Bibliotheek LocHal? Het zijn de werkplaats- en stationsklokken van de voormalige NS-Werkplaats. Henk Meijers was er op tijd bij om ze voor sloop te behoeden.  

Tilburg – Augustus 1969, de zestienjarige Henk Meijers heeft zojuist de lts doorlopen. Zijn stage en praktijkopleiding van de Vakschool doorloopt hij bij de werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Tilburg. Hier ontstaat zijn liefde voor het spoor. Hij werkt op verschillende locaties, van de mechanische afdeling en motorenrevisie tot veiligheidssystemen en de facilitaire dienst. Op zijn negenenvijftigste gaat Henk vervroegd met pensioen. Het is dan 2011 en de allerlaatste locomotieven rijden de werkplaats uit. Daarna gaan de deuren definitief op slot. 

Archivaris

Henk blijkt zich in al die jaren ontpopt te hebben tot een ware werkplaatsarchivaris. Na de sluiting van de werkplaats werpt hij zich op als hoeder van interessante materialen: een tekeningenarchief van de nutsvoorzieningen, hekwerken, wielen en koperen gedenkplaten die medewerkers voor elkaar maakten bij een jubileum. Bouwtekeningen van de werkplaats uit de begintijd en ook de NS-plaquette ter nagedachtenis aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Tevens zorgt Henk ervoor dat her en der in de stad transportlorries voor railvervoer in het straatbeeld verschijnen, zoals bij de Houtloods, in het Spoorpark en bij Stoom 013. Henk stelt alles veilig. “Ik wist wel hoe het zou gaan. Straks, als de slopers komen, zou alles verloren gaan. Daarom heb ik alles wat ik van waarde vond, voornamelijk spullen van vóór de wederopbouw, opgeslagen in depots. Daarvoor kreeg ik gelukkig alle ruimte en medewerking van gemeente Tilburg. 

Foto: Jan van Oevelen

Werkplaatsklokken

Onder al die objecten bevinden zich ook klokken in allerlei formaten. Henk: “Tijd is een ding van het spoor. De treinen moeten op tijd rijden, maar ik denk ook aan prikklokken en tijdwaarnemers met stopwatches in de productiehallen. In de jaren zeventig werd zelfs de tijd gemeten die je nodig had voor persoonlijke verzorging.” Henk verzamelt alle uurwerken, van kleine vierkante kantoorklokken en de bekende platte ronde werkplaatsklokken tot een enorm uurwerk van een meter doorsnede. “Deze hing bij gebouw 70, naast de LocHal, waar momenteel MindLabs ontwikkeld wordt.” Henk weet zich te herinneren dat ze oorspronkelijk grijs waren , maar later blauw werden gespoten. Alle klokken werden centraal aangestuurd en liepen daardoor gelijk: “De moederklok voor de hele Spoorzone en het station bevond zich in de ‘Wasknijper’ (de bijnaam voor de grote klokkentoren, die tevens een oorlogsmonument is, red). Die aansturing heb ik ook nog staan.” Ook de moederklok in de opstelling in het TijdLab staat nu in verbinding met de atoomklok. “Dat is immers de ijkmaat. Manipuleren was en is onmogelijk.” En dan met een grote grijns: “Dit in tegenstelling tot de houten thermometers. Daarvan kon je de schaalverdeling opschuiven, zodat de kachel bij koud weer wat eerder werd aangemaakt.”

Foto: Jan van Oevelen