Strijd tussen de brouwers

Kroon op het werk
3 augustus 2023
De Oranjeboom
3 augustus 2023
Kroon op het werk
3 augustus 2023
De Oranjeboom
3 augustus 2023

De ene brouwer is de andere niet. Regelmatig word ik daarop gewezen als ik met een Tilburgse bierbrouwer spreek. Brouwer ben je niet zomaar. Daarvoor moet je namelijk … zelf brouwen!

“Ja, maar dat zijn geen echte brouwers hè. Die hebben geen eigen ketels.” De uitspraak komt van een niet nader te noemen (voormalige) Tilburgse bierbrouwer. De persoon in kwestie doelt op hen die zich ‘brouwer’ noemen maar hun bier door een professionele brouwerij laten brouwen.

Ik snap het ergens wel. Bierbrouwen is een ambacht waar ontzettend veel bij komt kijken. ‘Goed bier brouwen is niet moeilijk. Maar constant dezelfde kwaliteit leveren, daar draait het om,’ werd mij al diverse malen voorgehouden. Een brouwer is trots op zijn vak en het raakt hem als iedereen die bier op de markt brengt zich ook meteen maar bierbrouwer noemt.

Coop- en huisbrouwers

De strijd tussen de verschillende soorten brouwers is niet nieuw. Tegenwoordig kunnen we een onderscheid maken in brouwers (met eigen ketels), huurbrouwers (die het door hun zelf ontwikkelde recept elders laten brouwen) en hobbybrouwers (die het voor de lol doen, maar wat zeker niet wil zeggen dat de kwaliteit minder is). In de zestiende en zeventiende eeuw kenden we in Tilburg de fenomenen ‘coopbrouwers’ en ‘huisbrouwers’. De eerste waren commerciële brouwers. Zij brouwden zelf en verkochten hun bier aan de markt, meestal herbergen of tappers. Huisbrouwers brouwden in opdracht van anderen, die daarvoor zelf de grondstoffen leverden. Aanvankelijk gebruikten de huisbrouwers ook het brouwgereedschap van de opdrachtgever, maar later beschikten zij over eigen brouwinstallaties. Tenslotte bestonden er – hoewel dat verboden was – her en der op het platteland nog enkele thuisbrouwers: zij die in hun eigen bierbehoefte voorzagen.

Al deze groepen leefden min of meer vreedzaam naast elkaar. Anders was het tussen de stads- en de dorpsbrouwers die regelmatig elkaars stoelpoten tot boven de zitting afzaagden. Hopelijk is dat in het huidige tijdsgewricht niet aan de orde.