Een late carrière-move
30 april 2021‘Op schoonen stand, aan den Bredaschen Steenweg’
17 mei 2021Go with the flow
Van 28 bierbrouwerijen die in 1694 in Tilburg gevestigd waren, duikelde het aantal in 1865 naar slechts twee. Rond 1900 zijn het er ineens weer acht, plus nog twee kloosterbrouwerijen. Dertig jaar later zijn deze allemaal verdwenen en anno 2021 staat de teller weer op een stuk of tien. Het aantal Tilburgse bierbrouwerijen kent een grillig verloop. Hoe kan dat?
Die ontwikkeling staat niet geheel op zichzelf. Ook landelijk is het door de eeuwen heen een komen en gaan van bierbrouwerijen. Waarin Tilburg en de rest van zuidelijk Nederland wel afwijkt, is het enorme aantal kleine brouwerijtjes dat hier lange tijd bleef bestaan. Ah, het bourgondische leven in de zuidelijke provincies, zal je misschien denken. Welnee.
We liepen gewoon hopeloos achter bij de rest!
Aanvankelijk waren we allemaal gelijk. Dat gold ook voor het bierbrouwen in Nederland of hoe ons grondgebied ook mocht heten in de voorbije millennia. Het bierbrouwen ontwikkelde zich van een stukje huisnijverheid (waarbij vrouwen de roerstok hanteerden) tot een commercieel gebeuren. Toen namen mannen het heft in handen. Want ja, als er ergens geld te verdienen valt, zijn wij er natuurlijk als de kippen bij om een graantje mee te pikken.
In de middeleeuwen wordt het verschil gemaakt. In het noorden ontwikkelen steden als Haarlem, Gouda en Amersfoort zich tot dé bierproducenten voor Europa. De Brabantse steden blijven achter bij die ontwikkeling. Buiten het zicht van de overheid bepalen de vele kleine plattelandsbrouwerijen hun eigen koers. Zij produceren voor de eigen gemeenschap en de omliggende regio, verder komen ze niet. Ook als er later een ontwikkeling op gang komt waarbij het aantal brouwerijen weliswaar slinkt, maar de productiecapaciteit veel groter wordt, missen we de slag. De Brabantse brouwerijen blijven kleinschalig en verdwijnen op den duur.
En de Trappisten dan?
Toen in de tweede helft van de 19e eeuw vanuit Duitsland een heel nieuw type bier de markt overspoelde, schakelden veel bestaande brouwerijen over om dit ondergistende ‘Beiersch bier’ te kunnen brouwen. Zo ontstonden de firma’s Heineken, Amstel en Bavaria bijvoorbeeld. Dit vereiste echter grote investeringen en die bleven uit in het Tilburgse. Maar net buiten de stadsgrenzen, in het dorpje Berkel, waagde een groepje uit Frankrijk gevluchte monniken in 1884 de stap. De trappistenbrouwerij Koningshoeven zou als enige in Tilburg de ‘pilsrevolutie’ overleven.
Saillant detail: de Trappisten brouwen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw weer uitsluitend bovengistend bier en zijn daar enorm succesvol in. Uiteindelijk gaat het ook in de bierindustrie om de kunst van het meebewegen, ofwel: ‘go with the flow’.
Foto boven (klik erop om de hele foto te zien): De Abdij Onze Lieve vrouw van Koningshoeven bestaat sinds 1881. Enkele jaren later bouwden zij hun eerste bier. (foto: Theo van Etten)