De strijd met Diest

Een stadsbestuur dat opkomt voor de belangen van zijn brouwers. Is dat denkbaar in de huidige tijd? Toch gebeurde dat in 1733, toen Tilburg de strijd aanbond met de Belgische gemeente Diest. Het bier uit die stad bleek namelijk niet te versmaden en vormde een bedreiging voor de Tilburgse brouwsels.

Als gevolg van de krimpende biermarkt, de stijgende accijnzen en hoge brouwkosten in de achttiende eeuw holde de kwaliteit van veel lokale bieren achteruit. Om de concurrentie te hoofd te kunnen bieden, gebruikten veel brouwers namelijk minder grondstoffen. Buitenlandse brouwers profiteerden daarvan. Vooral het bier uit het Belgische stadje Diest was populair, de Tilburgers lustten er wel pap van, werd gezegd. Deze ontwikkeling was een doorn in het oog van de plaatselijke brouwers. Zij kregen het voor elkaar dat het dorpsbestuur de invoer en het tappen van ‘uitheemse’ bieren een stuk duurder maakten.

De maatregel sloeg aan en de Tilburgse brouwers kregen hun marktaandeel terug. Maar nu stonden de Diestse brouwers op hun achterste benen. Hun stadsbestuur schreef vervolgens een brief op poten naar de Tilburgse dorpsraad en dreigde zelfs de zaak aanhangig te maken bij de ‘Staeten van Brabant’. Tilburg was echter niet onder de indruk: die lui uit Diest moesten niet zo zeuren. Als mensen iets lekker vinden kopen zij het toch wel, was het standpunt van president en schepenen.

En inderdaad bleven de Tilburgers het Diester bier gewoon drinken. In het midden van de negentiende eeuw werd in de herberg ‘De Stad Diest’ aan de Oude Markt uitsluitend Diesters bier getapt. Tegenwoordig is het bier erkend als Vlaams Brabants streekproduct.

Sinds 2022 ligt er in Nederland een wetsvoorstel om de accijnsheffing op bier aan te passen. En zoals het in het verleden wel vaker ging, zal dat ten koste gaan van de kleine brouwerijen. Misschien wordt het opnieuw tijd dat de gemeente Tilburg in de bres springt voor zijn brouwers.