De pioniers van de Witsie

Het schônste dörpke van Tilburg
8 november 2019
De vier musketiers van het Lijnsheike
15 januari 2020
Het schônste dörpke van Tilburg
8 november 2019
De vier musketiers van het Lijnsheike
15 januari 2020

Hier en daar zie je ze nog staan: de voormalige tuinderswoningen in de Reeshof. Ooit popten ze als witte champignons boven het uitgestrekte vlakke landschap uit. Nu gaan de laatste exemplaren op in de homogeniteit van een Vinex wijk.

“Ik herinner me de rust overdag en de stilte van de nacht. De onderlinge band tussen de boeren, mensen vertrouwden elkaar. Deuren waren niet op slot en iedereen wist waar alles stond. Als iemand een machine nodig had, dan kon hij die lenen. Ging er tijdens het gebruik iets kapot, dan werd dat keurig gemeld en opgelost. Er werd niets ‘zomaar’ teruggezet. En altijd was er tijd voor een praatje en een kop koffie.”

John Geerts groeide op in de huidige Hoge Witsiestraat. ‘Désiré’ heette zijn ouderlijk huis. Het staat er nog maar de letters zijn al lang verdwenen. ‘Elzenhof’ aan de overkant lijkt nog redelijk ongeschonden. Hier zijn de kenmerkende bakstenen onderbouw, voormalige paardenstal en de witgepleisterde bovenbouw met Frans balkonnetje nog goed herkenbaar.

Idyllisch, of niet?

Het tuindersdorp ‘De Kievit’ werd kort na de Tweede Wereldoorlog ‘gesticht’. De oorlog had namelijk pijnlijk duidelijk gemaakt dat een dagelijkse aanvoer van verse groente van wezenlijk belang is. In totaal kwamen er een stuk of twintig tuindersbedrijven aan weerszijden van het Wilhelminakanaal. De nieuwe bewoners kregen een groots onthaal en elk huisje een naam: ‘Buitenlust’ of ‘Weltevreden’. De ene klonk nog idyllischer dan de ander. Maar al snel bleek dat de gemeente de tuinders aan hun lot overliet. Er waren nauwelijks wegen en andere voorzieningen. Pas nadat de tuinders in 1969 dreigden hun koeien op de Heuvel te laten drinken, kwam er waterleiding in het gebied. John: “Ook in de jaren zeventig waren er acties. Toen werden er groenten en fruit uitgedeeld aan de mensen die langs de route stonden.”

Blauwsloten en vloeiweiden

De reden dat juist op deze plek een tuindersdorp ontstond moeten we overigens in de 19e eeuw zoeken. De vele Tilburgse fabrieken, leerlooierijen en textielververijen kampten met een overschot aan afvalwater, dat zij loosden in de vele ‘blauwsloten’. Vanaf 1903 wees men daarom zogenaamde ‘vloeiweiden’ aan om het water te zuiveren. De onbruikbare grond in de Witsie, het gebied dat nu Reeshof heet, bleek hiervoor de ideale plek.

De drainagetechniek maakte de voormalige heidegrond uitermate vruchtbaar. Gewassen als bonen, erwten, kool en rabarber deden het goed. In 1963 vestigden de ouders van John zich in het (glas)tuinbouwgebied. Aardbeien, tomaten en witlof werden hun specialiteit. Met de uitbreiding van de Reeshof veranderden zij de bedrijfsvoering en legden zich voortaan toe op de kweek van bloemen en planten. Later verzorgden zij de complete aanleg van tuinen in de nieuwe Reeshof.

John herinnert zich vooral de gemeenschapszin: “Iedereen werkte voor zich maar als er gevaar dreigde waren de tuinders één. Het zit in de aard denk ik. Dat zie je nu ook weer bij de boerenprotesten.”